4 augustus 2022 5 min.

4 FASEN BIJ BEDRIJFSOVERNAME IN RECREATIE

Bedrijfsopvolging in de recreatiebranche speelt niet alleen op het moment dat een ondernemer daadwerkelijk stopt met het bedrijf. Het is essentieel om ook in tijden dat de onderneming floreert te investeren in een toekomstvisie, om achteruitgang te voorkomen.

In dit blog vertellen wij meer over de 4 fasen van bedrijfsovername in de recreatiebranche.

Fase 1: huidige eigenaren beseffen dat een overdracht nadert

De huidige eigenaren zijn in deze fase rond hun 55e tot 60e. Zelf zijn ze (steeds) minder vitaal. Om hun bedrijf vitaal te houden hebben zijn nieuwe, flinke investeringen nodig. Ze beseffen zich dat het langzaamaan tijd wordt om na te gaan denken over de opvolging van hun bedrijf.

In deze fase zijn alle overnameopties nog open en spelen vragen als:

  • Wie zijn mogelijke kandidaten voor bedrijfsopvolging? Is bedrijfsopvolging in de familie mogelijk en wenselijk, of moet een externe partij gezocht worden?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van opvolging binnen de familiesfeer?
  • Op welke termijn moet de opvolging idealiter plaatsvinden?
  • In welke vorm vindt de overname plaats? Wat zijn de wensen?
  • Wat gaan we tot de overdracht nog doen? Gaan we die flinke investering juist nu wél of níet doen?

Uitdagingen

Er wordt niet ontwikkeld. Langetermijn investeringen worden niet gedaan. De toekomstvisie van het bedrijf is een onderwerp dat laag op de agenda staat, of er zelfs helemaal niet meer op staat. Het mogelijke gevaar in deze fase is dat het bedrijf stil komt te staan en niet aantrekkelijk is voor een overname. Het gevaar is dan dat:

  • geen enkele geschikte overnamekandidaat zich meldt,
  • de verkoopwaarde hierdoor negatief beïnvloedt wordt.

Zonder toekomstvisie is een recreatiepark niet aantrekkelijk voor de verkoop. Er zijn genoeg voorbeelden dat er te lang gewacht is met een visie: ondernemers blijven zitten met een recreatiepark dat niemand wil overnemen.

Fase 2: overdracht in de familie is definitief

Wanneer de keuze is gemaakt dat de overdracht binnen de familie plaatsvindt, breekt een roerige en dure periode aan. Financiële adviseurs worden ingeschakeld. De focus is met name gericht op de financiële overdracht van het bedrijf en niet zozeer met de kwaliteit van de onderneming of klantbeleving.

In deze fase zijn heel veel vragen te beantwoorden:

  • Wie is eindverantwoordelijk voor het bedrijf?
  • Hoe lang duurt het overnameproces waarin de oude en nieuwe generatie beiden als eigenaar werkzaam zijn in de onderneming?
  • Hoe gaan we om met de verschillende visies tussen jong en oud?
  • Is het plan financierbaar voor de jonge generatie? Heeft de oude generatie voldoende zekerheid van pensioen?

Uitdagingen

Wat we regelmatig tegenkomen bij ondernemingen die in deze overdrachtsfase zitten is dat:

  • Ontwikkelingen stagneren
  • De oude generatie hun stem doordrukt, waardoor de nieuwe generatie wordt geremd
  • Er frustraties binnen de familie ontstaan. Hierdoor komt zowel de familieband als de kwaliteit van de onderneming in gevaar. Deze combinatie is funest.

Fase 3: nieuwe generatie gaat alleen verder

Uiteindelijk komt men in de fase dat dat de oude generatie volledig uit het bedrijf is. Niet alleen financieel, ook de verantwoordelijkheid over (grote) beslissingen zijn volledig overgedragen naar de jonge generatie. Voor de jonge generatie betekent dit enerzijds dat zij nu zonder geremd te worden gaan ondernemen. Anderzijds betekent deze nieuwe ‘vrijheid’ ook nieuwe uitdagingen:

  • Waar gaan we ons in de komende jaren op richten? Waarin onderscheiden we ons?
  • Twijfel en onzekerheid. Moeten we een andere weg inslaan? Of juist het oude houden wat altijd goed was?
  • Omdat in fase 1 en 2 niet geïnvesteerd is, is het bedrijf verouderd en moeten flinke investeringen gedaan worden. Zowel fysiek als het concept.

Uitdagingen

Zolang de nieuwe generatie geen nieuwe, duidelijke focus heeft is het gevaar dat:

  • Mogelijke ontwikkelingen blijven stagneren
  • Exploitatieopbrengst en cashflow achterblijven
  • Er achterstallig werk te doen is zoals onderhoud of andere acties

“Zonder toekomstvisie is een recreatiepark niet aantrekkelijk voor de verkoop. Er zijn genoeg voorbeelden dat er te lang gewacht is met een visie: ondernemers blijven zitten met een recreatiepark dat niemand wil overnemen.”

Bij nieuwe generaties ondernemers zien we vaak na zo’n 2 jaar na de overname twijfel ontstaan. Te lang blijven doorgaan met twijfels -zonder visie- is funest

Fase 4: ondernemen in positieve flow

De jaren van opbouw zijn voorbij. Er is ervaring opgedaan met het bedrijf: wat werkt wel en wat werkt niet? In deze fase heeft de ondernemer focus. De visie is duidelijk.

De vragen die in deze fase overheersen zijn:

  • Hoe zorgen we voor continuïteit?
  • Hoe kunnen we verder ontwikkelen?
  • Wat is daarvoor nodig in het bedrijf?

Het gevolg hiervan is dat het park een nieuwe groei doormaakt.

Samengevat

Over het geheel genomen hebben fase 1 (bewustwording) en fase 2 (overdracht binnen de familie) effect op de derde fase (de nieuwe generatie gaat alleen verder).

  • Een bedrijf dat zich in fase 1 blijft ontwikkelen blijft vitaal -ook al weet de oude generatie dat ze op den duur gaan overdragen
  • Een vitaal bedrijf vergroot de financierbaarheid
  • De overgangsperiode (fase 2) moet gebruikt worden om dit potentieel uit te nutten voor de nieuwe generatie
  • Des te sneller kan het bedrijf zich verder ontwikkelen in fase 4, wanneer de ondernemer en onderneming in een positieve flow zit.

En na fase 4 volgt weer opnieuw een fase 1.

Samen sparren?

Bent u ondernemer en staat u op het punt om een overnametraject in te gaan? Of zit u middenin de overgangsfase van de oude naar de nieuwe generatie? Wij sparren graag met u samen, onder het genot van een koffie in de horeca van uw park! Neem gerust contact op met één van ons.

Over Johan

Nieuwe ontwikkelingen signaleren, vooruit kijken, uitzoomen en onderzoeken wat nodig en relevant is voor uw vraag. Dit is waar mijn passie ligt. Verrassen en inspireren met creatieve, functionele concepten en ontwerpen. Toekomstgericht, strategisch en doelgroepgericht.