Elke aansluiting op een recreatiebedrijf is gebaseerd op een ‘contractwaarde’. Deze waarde zegt niets over de capaciteit van de transformator op het park. Een transformator kan bijvoorbeeld een capaciteit hebben van 350 kVA, terwijl het contract een waarde van 250 kVA heeft. De waarde waarmee gerekend moet worden, is altijd de contractwaarde, niet de maximale capaciteit.

In de ideale situatie is er een gelijkmatig energiegebruik op het park. In de praktijk is dat natuurlijk onmogelijk. Op tal van momenten gedurende de dag is de vraag anders, bijvoorbeeld wanneer broodjes afgebakken moeten worden, tijdens een koude avond wanneer kacheltjes aangaan in de voortent of als er ineens veel warm water gevraagd wordt en warmtepompen op vol vermogen moeten draaien. Als er op deze momenten meer energie wordt gebruikt dan in de contractwaarde is afgesproken, ontstaan er piekmomenten. Deze pieken zijn onwenselijk voor de netbeheerder en hiervan wordt het park via een brief geïnformeerd.

Om inzicht te krijgen in het energiegebruik en piekmomenten van een park, is onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek bestaat uit een aantal onderdelen:

• Een overzicht van kwartierwaarden voor elektra en uurwaarden voor gas van de afgelopen jaren;
• Inzicht in de hoogst gemeten waarden;
• Duidelijkheid op welke momenten er precies wordt gepiekt en, nog belangrijker, hoelang deze piek duurt.

Wanneer bovenstaande onderdelen inzichtelijk zijn gemaakt, ziet men vaak dat het in eerste instantie gaat om korte periodes. Deze kunnen worden opgevangen met eenvoudige en kleine aanpassingen. Pas daarna zijn grotere en ingrijpender aanpassingen raadzaam.

Het is belangrijk om te onderzoeken wat er in het bedrijfsproces op die piekmomenten gebeurt. Vaak blijkt dat zaken ‘gaan zoals ze gaan’ en dat er snel eenvoudige aanpassingen mogelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan laadpalen voor auto’s die tussen 17.00 uur en 19.00 uur worden uitgeschakeld. Of een andere menukaart in de horeca, waarbij niet alle gerechten met direct gefrituurde friet worden geserveerd, maar juist met gebakken aardappelen of gepofte aardappelen die in de middag al voorgebakken kunnen worden. Zo zijn er tal van kleine aanpassingen die gezamenlijk een groot verschil kunnen maken.

Daarnaast kun je werken met schakeltijden. Deze zijn niet direct energiezuinig, maar hebben als doel om piekmomenten af te vlakken. Een voorbeeld hiervan is de zwemwatertemperatuur voor de piekmomenten iets verhogen en gedurende de piekmomenten tijdelijk niet verwarmen. Na de piekmomenten wordt het water weer op temperatuur gebracht. Tijdens het piekmoment kunnen spuiters en glijbanen tijdelijk gesloten worden, zodat er minimale verdamping en daarmee afkoeling ontstaat.

Dit vraagt van het recreatiebedrijf een kritische blik op het bedrijfsproces en een heldere communicatie en verwachtingsmanagement naar de gasten.

Mocht het recreatiebedrijf na aanpassingen nog steeds kampen met pieken, dan zijn er alternatieven mogelijk zoals het veranderen van systemen of installaties. Deze veranderingen brengen vaak forse investeringen met zich mee. Denk aan een bedrijfsaccu die zich gedurende de dag met behulp van zonnepanelen oplaadt en ’s avonds bijspringt als de vraag het hoogst is. Of een warmtepomp die met behulp van zonnepanelen gedurende de dag een groot voorraadvat voor warm water verwarmt naar hoge temperatuur, waardoor in de avond met bijmengen van koud water een minimale energievraag ontstaat.

Dit zijn slechts twee voorbeelden die niet een-op-een bruikbaar zijn voor elk bedrijf. Voor de beste oplossing voor een specifieke situatie is maatwerk noodzakelijk.

Faciliterende gebouwen op een recreatiepark staan ten dienste van de exploitatie en kennen daardoor een versnelde afschrijving van 20-25 jaar. Dit komt door intensief gebruik en afname van de belevingswaarde. Hierdoor kan er tijdens natuurlijke momenten ingespeeld worden op vervangende nieuwbouw en telkens een forse stap gemaakt worden in circulariteit en energiezuinigheid. Toch blijkt in de praktijk vaak dat er tijdens deze momenten redelijk traditioneel wordt gedacht in positie, materiaalgebruik en techniek van een nieuw gebouw.

Om echt te ontwikkelen voor een duurzame toekomst, is vooruitkijken van belang. Elke functie of faciliteit kent een andere dynamiek en vraagt om een eigen aanpak. Integraal denken is hierbij van belang. De recreatie specialisten van FACET kennen deze dynamiek en zijn gespecialiseerd in het ontwikkelen van plannen waarmee de branche vooruit kan. Zo piekt een recreatiebedrijf op de juiste manier, zonder pieken in energieverbruik.